`Zet medisch specialisten in voor opleiden buiten het ziekenhuis,` zegt Abel Thijs, internist.

Oct 16, 2024

Abel Thijs, coördinator en examinator van het coschap interne geneeskunde van de masteropleiding Geneeskunde van de VU en internist in Amsterdam UMC – is groot voorstander van het uitbreiden en opschalen van coschapplekken buiten de academische ziekenhuizen. Een deel van de medici zou daar zelf een rol in kunnen spelen, beweert Thijs. 

Heeft uw medische organisatie een frisse wind nodig, of wil je een bijdrage leveren aan het enthousiasme van de volgende generatie artsen: leid dan coassistenten op! U en zij worden daar beter van, en het verbindt eerste-, tweede- en derdelijns gezondheidszorg – wat wil je nog meer? 

Het staat al in de eed van Hippocrates die elke arts aflegt
Opleiden, ofwel het doorgeven van kennis en vaardigheden aan artsen in spe is de professionele plicht van elke arts. Waar je ook werkt, in een zbc, een zorginstelling of een academisch ziekenhuis. Het opleiden in de ziekenhuizen gaat nu nog goed. Ik voorzie echter dat voor de volgende generatie het steeds lastiger wordt. Als we nu niet aan de slag gaan met het zoeken naar een oplossing, dan lopen we op de langere termijn het risico dat we geen goede dokters meer kunnen opleiden. Een deel van de oplossing zit misschien wel bij de medisch specialisten zelf.  

Leerdoelen en ontwikkelfases van de co 

Als internist in Amsterdam UMC ben ik bijvoorbeeld onderdeel van een groot netwerk met huisartspraktijken en gezondheidscentra in de regio. Op dit moment is het coschap huisartsgeneeskunde van de VU verderop in de opleiding en de interne geneeskunde is aan het begin. Huisartsen krijgen een co die al best wat kan en de internisten weten dat ze de co’s van de VU  nog veel moeten begeleiden. Toch denk ik dat studenten heel veel kunnen leren over (interne) geneeskunde in een grote huisartsenpraktijk; maar dat vereist wel opleidingscreativiteit van huisarts en medisch specialist (in dit geval internisten) en goede support vanuit de organisatie. Coassistenten zien zo veel meer patiënten en komen in aanraking met verschillende, meer generalistische casuïstiek. We moeten dan misschien de inhoudelijke disciplines loslaten en veel meer gaan kijken naar leerdoelen en rekening houden met de ontwikkelfases van een coassistent. Een coassistent die net begint kan misschien nog niet een lichamelijk onderzoek tot in de finesses uitvoeren – dat vereist immers oefening – maar wel delen van een gesprek (over geneesmiddelen, of de prognose van een ziekte of de betekenis van klachten en verschijnselen voor het dagelijks leven) grondig voorbereiden en misschien zelfs deels onder supervisie zelf doen.

Overdragen onderwijsexpertise 

Het begint er in elk geval mee dat wij als opleiders in ons eigen netwerk collega artsen gaan benaderen en enthousiasmeren voor het onderwijs, zeker zij die nu nog niet zo vaak worden gevraagd. Wij hebben de expertise om hen daarin goed op weg te helpen. Onze kennis als opleiders en begeleiders moeten we dus gaan overdragen. Bovendien kunnen we garanderen dat een coassistent in hun instelling een nieuwe dynamiek in de organisatie meebrengt. Deze slimme empathische digital natives kunnen bijvoorbeeld niet alleen net dat beetje extra tijd en aandacht geven aan een patiënt, of een analyse over medicijngebruik voorbereiden, zij brengen ook een frisse wind in uw medische organisatie.